Uit het veld... Landschapsbeleving door metaaldetectoristen

Foto: Kris Van Den Berge

Hoewel het normale leven zachtjes aan weer opstart, gebeurt het al eens vaker in deze tijden van lockdown, dat het bijna mogelijk is om zich mentaal te transporteren naar het verleden. Er zijn heel weinig auto's en mensen in de straten, veel meer vogelzang en dieren zijn hoor- en zichtbaar. Je hoeft maar even naar een oude boerderij te staren en met een heel klein beetje fantasie sta je zo in de 17de eeuw. Ook andere periodes zijn nu meer zichtbaar, in de jaren ‘50 en ‘60 waren er wel enkele auto's en vliegtuigen, maar zoals nu hebben velen onder ons de wereld nog niet gezien. Wonend in een dorpje waar de elektriciteitspalen nog langs en boven de weg uittorenen, is het niet moeilijk om zich zo de jaren ‘70 en ‘80 voor te stellen. Al enkele keren tijdens een wandeling maakte ik de opmerking 'kijk nu eens naar dat landschap/huis/straatbeeld: zo zag het er vroeger ook vast uit'.

Sommige mensen zoeken dit gevoel (zeer terecht) op als hobby en het liefst het hele jaar rond. Metaaldetectoristen zijn op zoek naar vondsten maar ook naar informatie en inspiratie om even terug te kunnen keren in de tijd. Dit doen zij eerst en vooral door zich systematisch door bepaalde open landschappen te gaan bewegen. Maar ook door middel van het ontdekken en leren over de geschiedenis van hun eigen regionale en bekende landschap. Er zijn honderden verschillende motivaties om een metaaldetector te willen gebruiken. Een archeoloog kan er een nodig hebben op een opgraving of iemand moet iemand hebben met verstand van zaken omdat hij of zij een belangrijk juweel kwijtraakte. Hier spreken we over professionele hobbyisten met een metaaldetector die op zoek zijn naar hun eigen verleden en dit bijna letterlijk trachten te vertalen en te kunnen zien op een veld door middel van de vondsten die ze er ontdekten.

Elke archeoloog zal dit gevoel herkennen. Het gevoel van iets ontdekt te hebben en zich daardoor een stapje dichter te bevinden bij hoe het vroeger was. Voor deze MEDEA blog "Uit het veld" hebben we het over landschapsbeleving aan de hand van zaken die enkele detectoristen ervaarden tijdens het zoeken. We stelden enkele vragen op Facebook: wie zoekt er liefst lokaal? Welke vragen bovenkomen tijdens het (op)zoeken? Of er detectoristen zijn die graag opzoekingen doen aan de hand van kaarten of andere bronnen en of er ook mensen zijn die graag in het buitenland gaan zoeken en waarom?

Van binnen(land) en van buiten(land) kennen

Foto: Kris Van Den Berge

Detectorist Kris van Den Berge vertelde ons dat hij vooral zoekt om de lokale geschiedenis te kunnen beleven. Het is geen verrassing dat hij ook voorzitter is van de plaatselijke heemkundige kring. Voor Kris blijkt het in zijn gemeente niet altijd makkelijk om op voorhand ook aan de hand van kaarten en andere papieren bronnen te zoeken maar hij tracht dit toch regelmatig te doen. Kris heeft het geluk dat hij erg vaak als zelfstandige met archeologische bedrijven kan meewerken. Daardoor zoekt hij natuurlijk ook elders dan in de eigen regio.

Ook Mike Creemers gaf ons een getuigenis. Hij zoekt eveneens graag in andere gemeentes, provincies of landen, maar de vondsten uit eigen regio blijven voor hem toch het meest waardevol. Hij vindt het fijn om veel te weten over zijn eigen lokale geschiedenis. Mike doet graag heel veel opzoekwerk aan de hand van oude kaarten en door veel te lezen over geschiedenis zowel in boeken als online. Natuurlijk is het, na erg veel te hebben gezocht in de eigen regio en alle goeie plekken te kennen, altijd leuk om ook eens ergens een nieuwe locatie uit te proberen. Als je altijd in de eigen regio zoekt kom je na een tijdje terecht op 'saaiere' velden, waar niet van verwacht wordt dat ze enorm veel zullen opleveren. Hoewel het kan dat er toch topvondsten liggen trekken die plaatsen toch minder aan. Ook is het voor Mike interessant om munten van verschillende plaatsen en landen te kunnen omsluiten in zijn collectie. In onze contreien worden vaak dezelfde munten gevonden en detectoristen zijn vaak ook fervente verzamelaars. Voor sommigen is variatie in vondsten voor bepaalde types dus van belang.

Zonder hier in te gaan op om welke landen het hier precies gaat en hun respectievelijke wetgeving hier uit te klaren, is het boeiend dat het volgens sommigen (WOM: World of Metaldetecting) net in zijn geheel interessanter is om in het buitenland te gaan zoeken om verschillende redenen. Er zou bijvoorbeeld minder oorlogsmateriaal kunnen liggen, minder vervuiling zijn door een ander mestbeleid, beter weer zijn, de conservatie van vondsten in de grond kan er anders zijn doordat er minder kalk in de grond zit òf er waren meer slechte dan goede ervaringen met het zoeken in Vlaanderen. Ook zijn dorpen en gemeentes in Vlaanderen voor WOM te veel veranderd sinds de middeleeuwen en geeft hij de voorkeur aan meer zichtbaarheid van vroegere periodes in bijvoorbeeld dorpskernen of bepaalde landschappen met valleien. Uiteraard zijn er maar weinig detectoristen die al hun geheimen graag prijsgeven dus deze blog blijft vrij algemeen en zet nog eens de vrij bekende zoekredenen en ervaringen van detectoristen op een rijtje.

Andere detectoristen die zich voornamelijk focussen op lokale slagveldarcheologie of slagveldmetaaldetectie blijken net een omgekeerde motivatie te hebben. Deze detectorist (hier voorlopig anoniem) houdt van slagvelden in zijn gemeente en nabije omstreken die net absoluut onzichtbaar blijven los van musketballen en andere bodemvondsten. Hij tracht aan de hand van zelfgemaakte kaarten met de posities van musketballen mogelijke gebeurtenissen weer aan het licht te brengen.

Uiteraard gaat het hier voor een groot deel om persoonlijke voorkeur, ervaringen en de eigen roots en een dergelijke voorkeur doet zich ook voor in de wetenschap. Deze vaststelling doet echter geen afbreuk aan het aandeel dat detectoristen hebben in hun eigen erfgoed. Ook archeologen en alle andere wetenschappers richtten zich op een moment in hun leven op een bepaald doel of topic en hebben daarvoor in de eerste plaats een persoonlijke interesse. Hierdoor kan later een verdere professionele en meer specifieke passie ontwikkelen. Door positieve en negatieve ervaringen veranderen ieders motivaties en mogelijkheden doorheen een carrière en dat is dus ook zo in deze semiprofessionele hobby.

Vroeger 'zien'

Tijdens het zoeken probeert Kris zich terug te katapulteren naar het verleden aan de hand van vragen zoals ‘Wie zou hier al die jaren geleden gelopen hebben? Wat was hier 400 of 1000 jaar geleden precies te zien?’. Bij Mike komen dezelfde vragen terug maar ook stelt hij zich vaak de vraag hoe al die vondsten toch op die weilanden akkers terecht komen en waarom zo veel buitenlandse munten? ‘Mijn ervaring is dat ik zoveel munten vind, ook op afgelegen plekken, en ook munten van verschillende landen. Het is allemaal zo mysterieus. Hoe kan dat en wie liep, woonde of kampeerde hier dan?’ WOM zegt dat hij vooral let op bepaalde landschappelijke markers wanneer hij door een landschap loopt. Zo kan hij zijn zoektochten beter richten naar een bepaald soort vraag en misschien zelfs een antwoord krijgen! Zo heeft hij uiteindelijk ook meer indicaties om op terug te vallen wanneer er effectief een (mooie) vondst gedaan wordt. Mogelijk een van de beste adviezen luidde "Ook al gebruik ik die markers in het landschap, toch blijf ik in het achterhoofd houden dat de verwachtingen zo laag mogelijk houden, het meeste plezier geeft." 

Eventuele vragen over de inhoud mogen gestuurd worden naar Katelijne Nolet via katelijne.nolet@historiesvzw.be

Dit topic werd in 2016 eveneens behandeld door Felicity Winkley in haar artikel “The Phenomenology of Metal Detecting: Insights from a Unique Type of Landscape Experience.” Papers from the Institute of Archaeology. 25, Art. 13. (download het artikel hier) zo wel als in de onuitgegeven masterthesis uit 2019 van Katelijne Nolet (vraag deze hier aan).

Hartelijk dank aan alle detectoristen voor hun enthousiaste medewerking!