Internationaal vastgesteld: metaaldetectie is goed voor erfgoed!

Hier in Vlaanderen mag metaaldetectie dan al enkele jaren een wettelijk toegelaten en breed geaccepteerde hobby zijn, in veel andere landen is dat lang niet het geval. In een recent artikel in het vooraanstaande wetenschappelijk tijdschrift European Journal of Archaeology worden de voordelen van samenwerking met detectoristen op een rij gezet. Die gaan verder dan nieuwe wetenschappelijke kennis. Zo blijkt uit diverse studies dat metalen voorwerpen in de ploeglaag aan hevige degradatie onderworpen zijn, en dat dankzij metaaldetectie regelmatig nieuwe archeologische sites ontdekt worden. Metaaldetectie heeft dus ook een rol te spelen bij het beheer van ons archeologisch erfgoed. Bovendien is de detectiehobby een uitstekende en breed beoefende van publieksparticipatie, terwijl daar verder in de archeologische sector vaak te weinig ruimte en middelen voor zijn.

Anderzijds weet iedereen dat metaaldetectie wel degelijk schade kan berokkenen aan erfgoed. De regels rond verantwoordelijke detectie, in Vlaanderen vervat in de Code van Goede Praktijk, zijn er niet zonder reden. Misschien wel de allerbelangrijkste regel, naast het voorkomen dat er bij het zoeken ongestoorde archeologische lagen aangetast worden, is dat vondsten goed gedocumenteerd zijn. Zonder die documentatie - bovenal de precieze vindplaats - gaan immers veel van de potentiële voordelen van detectie verloren. En het spreekt voor zich dat die informatie ook bewaard moet blijven en toegankelijk moet zijn; dat is de bestaansreden van de vondstendatabank vondsten.be.

Tegenstanders van een constructief beleid rond hobbydetectie hameren er graag op dat deze voorwaarden zelden volledig vervuld zijn. Dat argument houdt echter geen steek: onder een meer restrictief beleid wordt immers niet minder aan detectie gedaan. Het wordt goedbedoelende zoekers wel onmogelijk gemaakt om hun hobby op een verantwoordelijke manier te beoefenen, en er ontstaat een sfeer van wantrouwen die moeilijk te herstellen is.

De auteurs van deze nieuwe publicatie vertegenwoordigen initiatieven voor het registreren en ontsluiten van detectievondsten in vijf Europese landen. Ook MEDEA maakt deel uit van dit European Public Finds Recording Network. Binnen dit collectief van onderzoekers en publieksgerichte projecten worden expertise uitgewisseld en projecten ontwikkeld rond de constructieve samenwerking tussen wetenschap, publiek en overheid. Zo streven we ernaar om de vondstinformatie op MEDEA niet alleen toegankelijk te maken voor Vlaamse wetenschappers en alle andere geïnteresseerden, maar ook om ze op internationaal niveau te laten bijdragen aan onze kennis van het verleden. En we doen er inspiratie op over hoe we onze rol als brug tussen de detectiehobby en het archeologisch werkveld in Vlaanderen verder kunnen ontwikkelen.

Meer weten? Lees dan hier het artikel uit European Journal of Archaeology, bezoek de website van EPFRN of like de Facebookpagina.